In september 2021 is het precies honderd jaar geleden dat de gemeente Amsterdam de allereerste cliëntondersteuner van Nederland aanstelde.
Deze ambtenaar bood nazorg aan schoolverlaters met een lichte verstandelijke beperking om te voorkomen dat deze ‘zwakzinnigen’ zouden afglijden en voor overlast zouden zorgen.
Aan het begin van de twintigste eeuw werd scholing steeds belangrijker. Voor moeilijk lerende kinderen kwamen speciale BLO-scholen (Buitengewoon Lager Onderwijs). Het lukte oud-BLO-leerlingen vaak niet om aansluiting te vinden bij de maatschappij. Zij vonden geen werk, gleden af en kwamen in de criminaliteit of in een ‘gesticht’ terecht. Om dat tij te keren nam Amsterdam de BLO-onderwijzer Pier de Boer in dienst als ‘nazorgambtenaar’. Hij zocht werk voor oud-BLO-leerlingen en bezocht instanties, gezinnen, scholen, bedrijven en instellingen. Ook organiseerde hij spreekuren op scholen, bezocht hij oud-leerlingen op hun werkplek en bleef hen vaak ook daarna begeleiden.
Andere gemeenten volgden het voorbeeld van Amsterdam en in 1929 waren er in Nederland al tien organisaties die nazorg boden. Zij gingen samenwerken in een landelijke vereniging en geleidelijk aan ontstond er een landelijk dekkend netwerk wat de basis heeft gevormd voor de huidige MEE-organisaties, aanbieders van cliëntondersteuning.
Ontwikkeling van cliëntondersteuning door de jaren heen
Op de golven van maatschappelijke ontwikkelingen veranderde door de jaren heen de organisatie van de ondersteuning aan mensen met een beperking. De taak van de nazorgorganisaties is daarbij verschoven van het voorkomen van instellingszorg voor oud-BLO-leerlingen naar het bevorderen van zelfstandigheid van mensen met verstandelijke en/of fysieke op alle levensgebieden. Het woord ‘nazorg’ is daarbij vervangen door ‘cliëntondersteuning’. Deze nieuwe term geeft beter weer dat de cliëntondersteuner een onafhankelijke positie heeft naast zijn of haar cliënt.
Wat is cliëntondersteuning?
Cliëntondersteuning is advies en kortdurende ondersteuning bij vraagstukken, die te maken hebben met leven met een beperking. Die vragen kunnen gaan over alle levensgebieden, zoals over gezondheidszorg, wonen, werken, sporten, onderwijs, opvoeding en geldzaken. Een cliëntondersteuner weet welke voorzieningen er zijn voor mensen met een beperking en heeft kennis van de wet- en regelgeving, die daarbij van toepassing is. Iedereen met een beperking heeft recht op gratis onafhankelijke cliëntondersteuning.