Een luisterend oor
“Goed luisteren is altijd het eerste wat ik doe bij een nieuwe ontmoeting”, vertelt cliëntondersteuner José van MEE. “Daar nemen we ook ruim de tijd voor, want zo leg je de basis voor een geschikte ondersteuning. Bij de eerste ontmoeting met Marleen zag ik een vriendelijke vrouw. Maar al gauw bleek dat ze helemaal niet goed in haar vel zat.” Voor Marleen voelde dat eerste gesprek met José als een opluchting.
Marleen: “Ik had eindelijk het gevoel dat ik op het juiste adres was: voor het eerst in twintig jaar werd ik gehoord! Al tijden kwam ik bij verschillende instellingen waar ik de opdracht kreeg om mijn probleem van me af te schrijven. Dat vond ik heel moeilijk. Ik kan mijn verdriet en boosheid niet goed op papier kwijt. Ik wilde echt met iemand in gesprek en een klik hebben. Bij José had ik dat vanaf het begin.”
Het verhaal van Marleen liegt er niet om. Ze trouwde op 22-jarige leeftijd. Een gelukkig huwelijk werd het niet. Uiteindelijk scheidden ze vijf jaar geleden. Haar echtgenoot stond haar niet toe dat ze sociale contacten aanging of zich ontwikkelde waardoor ze veroordeeld was tot huiselijke taken en het verzorgen van haar inmiddels achttienjarige zoon. Het verdriet om een al eerder doodgeboren kind was groot, maar dat kon ze met niemand delen. Door een bedrijfsongeval in de catering, twaalf jaar geleden, heeft ze veel last van haar heupen en knieën. Mede daarom is ze volledig afgekeurd om te werken. Bovendien werd ze anderhalf jaar geleden geopereerd aan baarmoederkanker, waarvan ze nu herstellende is.
Marleen: “Ja, het is veel. Ik heb geen familie waarbij ik terecht kan. Ik heb één goede vriendin, maar zij woont in Rotterdam. Zo gauw ik buiten mijn vertrouwde omgeving kom, schiet ik in de stress. Even met de trein naar Rotterdam lukt me gewoon niet.”
Een positieve wending
Uit de tas van José komt een grote witte tekening tevoorschijn met daarop een tienpuntenschaal van tevredenheid. Marleen gaf haar leven eind vorig jaar een vijf. Ze had last van paniekaanvallen, was erg eenzaam en had weinig vertrouwen in zichzelf en in anderen. Uit een IQ-test bleek ook dat ze moeilijk lerend is en een taalachterstand heeft.
José: “Tegelijk had ik vrij snel door dat Marleen heel praktisch en creatief is en haar leven graag een positieve wending wilde geven. Dat zijn goede aanknopingspunten om iemand in zijn kracht te zetten. Maar we moesten ook iets met haar opgekropte verleden, want dat knaagde zichtbaar aan haar.”
Samen met stagiaire Lisa ging José voor Marleen aan de slag, op twee fronten tegelijk. Het ene spoor leidde naar psychiatrische dagbehandeling, een instelling die gespecialiseerd is in therapie voor mensen met een verstandelijke beperking en moeilijk lerende mensen. Marleen wordt daar binnenkort gedurende twaalf weken bijna dagelijks begeleid om haar levensverhaal een plek te geven.
“Ze heeft veel meegemaakt, er is intensieve begeleiding nodig om dat te verwerken. Intensiever dan MEE kan bieden. Voor therapie is de deskundigheid van psychologen en een psychiater nodig”, aldus José. “Ik heb kunnen helpen Marleen snel door de intakes te leiden. Haar probleem is voor mij urgent omdat verwerking van het verleden een grote stap is om verder te kunnen.”
Marleen : “José was een fijne steun bij de intakes. Zij kende mijn verhaal inmiddels. Er werd me gevraagd of ik nog zin in het leven heb. Dat vond ik zo raar: natuurlijk heb ik er zin in. Ik heb alleen een probleem waar ik zo snel mogelijk van af wil. Ik zie overal blijdschap en dat wil ik ook!”
Weer in beweging
Met Lisa volgde Marleen het tweede spoor, dat zich richtte op het verbeteren van haar taalvaardigheid en het vinden van passend vrijwilligerswerk. José keek op de achtergrond mee naar de vorderingen.
Lisa: “Ik zag een heel gemotiveerde Marleen die initiatieven nam, zelf de telefoon pakte en overal informeerde. Ze kwam letterlijk in beweging en ging vaker het huis weer uit. Je zag haar elke week verder opfleuren en zelfs weer lachen. Toen ze voor het eerst bij ons kwam, vertelde ze ook dat er conflicten met haar zoon waren. Ik wilde nog voorstellen om hem ook eens uit te nodigen, maar voor ik het wist had ze thuis zelf al een goed gesprek met hem gehad. Daarin zag ik de vooruitgang. Ze is een aanpakker, maar had onze begeleiding nodig om de ban te breken.”
“Ik ben er nog niet, mijn verdriet en paniekaanvallen zijn er nog”, erkent Marleen. “Daar ga ik hard aan werken bij dagbehandeling. Mijn zelfverzekerdheid is in elk geval al erg gegroeid. Ik ga de deur weer vaker uit, zegt ze met een grote lach. “Ik heb ook al even vrijwilligerswerk gedaan bij een ouderensoos, alleen dat stopte helaas door te weinig animo. Mogelijk kan ik aan de slag als vrijwilliger in een snoezelruimte van een verzorgingshuis voor dementerende ouderen. Het hangt nog even af van het aantal dagen dat de dagtherapie in beslag neemt, want dat is de belangrijkste vervolgstap. Daarna kan ik verder plannen maken.”
José: “Ik hoop dat Marleen haar leven weer helemaal op de rit krijgt. De therapie gaat daar zeker bij helpen. Maar het is ook belangrijk dat ze zich daarna goed blijft voelen. Vrijwilligerswerk speelt daarin een grote rol , want daardoor komt ze buiten en doet ze sociale contacten op. In de aanpak van MEE krijgt dat aspect veel nadruk. Een netwerk van vrienden en kennissen maakt je leven mooi.” En Marleen zelf? Die heeft alvast een doel gesteld: “Als ik weer in de trein durf en naar mijn vriendin durf te reizen, dan gaat het echt weer helemaal goed met me.”