Voor het eerst familie om me heen
Wesley vertelt: “Vanaf mijn tweede woonde ik in een instelling. Maar ik moest daar weg toen ik achttien werd. Ik kwam terecht in een begeleid wonen project waar ik uiteindelijk maar een paar maanden zat. Ineens zocht mijn moeder contact met me, ze wilde graag dat ik bij haar kwam wonen.
Al die jaren hadden we nooit contact en toen zat ik ineens in Brabant. Samen met mijn twee halfzusjes en twee halfbroertjes. Ik had nooit echt familie om me heen gehad en vond het heel leuk om met hen een band op te kunnen bouwen. En datzelfde dacht ik ook met mijn moeder te kunnen doen.”
Met lege handen op straat
Het liep allemaal anders. Na een jaar ging het helemaal mis en werden zijn broertjes en zusjes uit huis geplaatst. Wesley was meerderjarig en bleef voorlopig bij zijn moeder. Hij zat de hele dag thuis, geen opleiding, geen werk. Op het laatst was het thuis alleen nog maar schelden en schreeuwen. Totdat de situatie escaleerde en Wesley op een koude winteravond ineens met lege handen op straat stond.
Na acht uur lopen vond ik eindelijk mijn oom
“Ik kende verder niemand in Brabant en heb de hele nacht rondgelopen,” vervolgt Wesley. ”Wat was ik blij toen het ochtend werd! Inmiddels wist ik waar ik heen wilde: naar Bilthoven, want daar had ik wat familie zitten. Ik heb zwart moeten reizen naar Utrecht Centraal en daarna liep ik naar Bilthoven. Dat is echt lang hoor, ongelofelijk!
Het adres was ik vergeten en op het laatst was ik helemaal verdwaald. Uiteindelijk heb ik ergens aangebeld en met mijn omschrijving van de buurt en Google maps konden we het huis van mijn oom en tante gelukkig toch vinden. Na acht uur lopen belde ik eindelijk aan. Ik was kapot en doorweekt, mijn voeten zaten onder de blaren.”
Een eigen kamer in de crisisopvang
Wesley kon niet permanent bij zijn familie in Bilthoven blijven en samen met zijn tante ging hij op zoek naar een alternatief. Dat vonden ze in de crisisopvang van Youké. Iedere dag belde Wesley of er plaats was en sinds een maand heeft hij daar zijn eigen kamer.
“Nu heb ik eindelijk het idee dat het wel goed gaat komen”
Het was even wennen maar hij heeft zijn draai nu helemaal gevonden. Overdag gaat hij naar de dagbesteding bij De Wilg want stilzitten is niks voor Wesley. Hij is daar fanatiek gaan sporten, iets wat hij vroeger ook altijd deed. En hij draait mee in de kookploeg met als specialiteit vis. Maar hoe nu verder als de crisisopvang stopt?
Eindelijk iemand die me serieus neemt
“Ik vind het fijn om af en toe met mijn oom en tante iets leuks te doen of op bezoek te gaan. Maar ik wil vooral ook heel graag een eigen leven opbouwen. Maar hoe dan en waar? Ik kwam er helemaal niet meer uit maar gelukkig belde mijn tante vorige maand MEE. Ik wil heel graag in zee met MEE, ze luisteren goed naar me en we hebben hele goede gesprekken. Het is voor mij zo belangrijk dat er iemand is die mij serieus neemt.”
Zelfstandig wonen is meer dan je bed opmaken
En die iemand is Carla Franssen, cliëntondersteuner bij MEE: “Omdat Wesley een Wlz-indicatie heeft, kan hij bij MEE terecht voor onafhankelijke ondersteuning. Wesley kan heel goed vertellen wat hij nodig heeft, wat hij wil, wat hij kan en daar gaan we mee aan de slag. We gaan nu op zoek naar een goede woonplek met begeleiding waar hij aan zijn zelfstandigheid kan werken. Want zelfstandig wonen is meer dan koken en je bed opmaken.
Het betekent ook: hoe ga ik met vrienden om, wat doe ik met de post die ik krijg, hoe zorg ik dat ik niet verdwaal? Maar daar moet ook onderzocht worden welke mogelijkheden Wesley heeft voor onderwijs en werk. Want dat is bij Wesley eigenlijk nooit goed uit de verf gekomen. Hij heeft altijd op een instellingsterrein gewoond en nu wil hij graag naar een woonwijk, gewoon tussen de mensen. Liefst met zijn kat Bollie.”
Eindelijk heb ik het idee dat het goed komt
Wesley vertelt graag over zijn kat: “Toen ik bij mijn moeder zat, ben ik via Marktplaats aan een hele lieve, dikke kat gekomen: Bollie. Zij heeft mij echt overeind gehouden en kwam altijd bij me zitten als ik het moeilijk had.
Tijdelijk zit ze nu bij mijn oom en tante en daar ben ik heel blij mee. Maar ik hoop echt heel erg dat we samen ergens terecht kunnen. Zij is echt mijn inspiratiebron en hielp me door een hele moeilijke periode. Nu heb ik eindelijk het idee dat het wel goed gaat komen en wil ik aan mijn toekomst bouwen.”